Sinnema Family Crest

 

                                                                                                                  This page is only in Dutch.

SINNEMA

    Wapen: In groen een zilveren visch (haring) paalsgewijs en antiek goud gekroond. Het schild gedekt door een fleuronkroon. Géén helmteeken.

    Bron: Volgens een oud Friesch wapenboek, dateerende uit het midden der 18e eeuw en opgelegd ten Rijksarchieve te Leeuwarden: opgave van den heer P. Sennema te Groningen en den wnd. Rijksarchivaris in Friesland. Aaangaande de beteekenis van den visch in het algemeen, al of niet gekroond in de heraldiek, wordt verwezen naar mijn "Europeesche Totemdieren," waar aan deze wapenfiguur een geheel hoofdstuk is gewijd, uitg. Haarlem, 2e druk 1936, N.V. Uitgeversbedr. "Eigen Volk."

    Opmerkelijk is, dat in het geslacht Sinnema de oude Friesche mansvoornaam "Haring" wordt aangetroffen, waarvan men het bewijs vindt in de "Oratio de Claris Frisiae Jeruconsultus" uitg. van 1825, waar G. de Wal schrijft over "Haringum Suffridi Synnama of Sinnama" (Haring Sjoerds Sinnema). Genoemde Haring is gesproten uit een aanzienlijke familie in het Friesche Heeg. Wymbritseradeel, in de nabijheid van Sneek, en is de opvolger van prof. Petrus van Ravenna aan de academie te Keulen. Trithemius, deelt volgens de Wal mede, dat deze Sinnema "in het jaar 1494 op mannelijke leeftijd te Keulen heeft geleeft en later is overgegaan naar Rechtbank (of Academie) van Spiers." Zie nader het aangehaalde werk van de Wal overdezen naam genoot en haalde ik hem hier terloops aan in verband met zijn voornaam "haring" en de visch in het Sinnema-schild. Of hij in verband met zijn naam of zijn nageslacht deze vischfiguur heeft aangenomen als zgn. "sprekend" wapen, afgeleid van den naam? We weten het niet, hoewel het de eenvoudigste verklaring zou zijn, zonder een diepzinnig verder zoeken, aangezien veelal de wapenverklaringen zoo eenvoudig en voor de hand liggend zijn. de kroon zou dan eventueel later door de familie zijn toegevoegd voudih, natuurlijk en ... in den geest van den tijd. Tegen deze opvatting is echter één bedenking aan te voeren en wel, dat de haring, de visch in de wapenkunde doorgaans gekroond wordt afgebeeld! Het is dus mogelijk, dat genoemde rechtsgeleerde reeds de haring gekroon voerde, hetwelk vooralsnog niet te bewijzen valt.

    Het groene veld verbeeldt de zee waarinde haring zwemt, zich verheft, hooger op, symbool van zich opwerken, het vooruit komen op de maatschappelijke ladder.

    Mogelijk kan ook deze wapenfiguur in verband staan met de visscherij, waaraan misschien het geslacht in de 15e eeuw zijn opkomst en bloei to danken heeft (Heeg), dich vind ik dit minder aannemelijk en zal naar alle waarschijnlijkheid hier een "sprekend" wapen bedoeld zijn, afgeleid van den naam van den bekenden voorvader prof. Haring Sjoerds Sinnama, een rechtsgeleere van naam in zijn tijd.

    Zoals bekend, hheft de fleuron-, blader-, klaver-, helm-, heeren- of burger-kroon gevoerd boven het schild, of op den helm géén rang beteekenis en hebben we hier te doen met een fantasie-kroon, dienende tot dekking van het schild, zonder meer. Een gewoonte welke veelal in 't bijzonder in de 18e eeuw ingang vond en tot op den huidigen dag voortleeft. Sommingen zien hier een nabootsing in van de adelskronen en is het merkwaardig, dat in 't bijzonder in het Noorden van ons land (Friesland), die kronen-mode hoogtij vierde (viert). Ook heeft men in die kronen een symbool gezien van de zoo hoog gehouden Friesche vrijheid, waarvan men in den tegenwoordigen tijd de sporen terug vindt, want noode zal een eigenerfd Friesch geslacht zijn kroon prijsgeven, immers zoo zegt men, "hebben wij daar van oudsher 'recht' op!"  Een traditie waar niet aan valt te tornen en door de eeuwen heen, als vanzelf sprekend, burgerrecht heeft verkregen en als zoodanig te verdedigen en te accepteeren, hoewel op de keper be schouwd en heraldisch gesproken, er wels iets op valt af te dingen, maar toch, au fond heeft die "Friesche heerenkroon" voor de Friesche wapenkunde iets Friesch eigens gekregen en kunnen wij die als zoodanig aanvaarden, als karakteristiek kenmerk van vele Friesche familiewapens.

    In het "Stamboek van den Frieschen vroegeren en lateren adel" van de Haan hetema en van Halmael, leeuwarden 1846, treffen we eenige gegevens aan dit oud-Friesche geslacht betreffende.

    Jorrit van Andringa, grietman van Idaarderadeel en Aengwirden was gehuwd met Reynsk van Sinnema; 1488. Hun dochter Reynsk trouwde met de befaamden burgemeester Tjerk Walles, van Leeuwarden.

    Hooger genoemde prof. dr. Haringh Sjoerts Sinnama was assessor bij de Keizerlijke Kamer (van keizer Maximiliaan) en secretaris van hertog Albrecht van Saksen Meiszen, omstreeks 1500; zijn broer Sicke, Sjoerds Sinnama woonde te Leeuwarden; enz.

    in de 18e eeuw zijn er aanwijzingen, dat de Sinnema's in beteekenis voor het openbare leven afnemen. Adellijke allianties komen niet meer voor. De 18e eeuwsche naamdragers behoorden evenwel nog steeds tot de notabelen, waar de kerkelijke archivalia verhaalt van het vervullen van kerkelijke ambten, van huwelijken met oude eigenerfde geslachten en werd zoodoende de oude Friesche Sinnema-stam opgenomen in de rij van eigenerfde landbouwers-geslachten, welk laaste feit de floreenregisters ons leeren. Deze levensstandaard blijft gehandhaafd tot omstreeks het midden van de vorige eeuw, wanner leden tot een eenvoudiger levensstaat geraken.

Nederlandsche Familiewapens, H. Kits Nieuwenkamp, Deel III, p. 12-15 (Arnhem,